Meest gestelde vragen

Hoe groot zijn de reserves van natuurlijk uranium?

Specialisten baseren hun evaluatie op:
het wereldwijde verbruik van het moment enerzijds (ze kunnen ook het toekomstige verbruik extrapoleren) en de bewezen reserves tegen welbepaalde economische voorwaarden anderzijds (bij voorbeeld een referentieprijs van 130 US$ per kilo uranium).
Vandaag bedragen de redelijk verzekerde wereldwijde reserves 5.902.900 ton. In vergelijking met de jaarlijkse wereldwijde vraag die ongeveer 62.000 ton bedraagt, stemt dit overeen met een reserve voor ongeveer honderd jaar.
De belangrijkste reserves bevinden zich in Australië (29%), Kazachstan en Rusland. Deze drie landen bezitten samen 50% van de reserves. Achter hen volgen Canada, Niger, Namibië…
Er moet ook rekening gehouden worden met de geraamde bijkomende hulpbronnen waarvan de ontginning enkel kan gebeuren tegen hogere prijzen (260 US$ per kilo uranium) en die in dit stadium niet economisch interessant zijn. Deze bijkomende hulpbronnen zouden 7.635.000.000 ton bedragen oftewel nog eens 135 jaar.

Bron: World Nuclear Association

Bestaan er nog andere bevoorradingsbronnen?

Om de wereldwijde vraag te dekken (61.980 ton) die de productie overtreft, worden bijkomende hulpbronnen ingeschakeld.
Het gaat in de eerste plaats om voorraden die werden opgebouwd in periodes dat het aanbod de vraag overtrof.
Daarnaast zijn er ook de splijtstoffen die gerecupereerd worden dankzij de opwerking van gebruikte splijtstof. Ter herinnering, met de opwerking van gebruikte splijtstof kan 95% van het uranium en 1% van het plutonium gerecupereerd worden om weer gebruikt te worden in nieuwe splijtstofelementen.
Er zijn ook grondstoffen afkomstig van de ontmanteling van het Russische en Amerikaanse militair arsenaal.

Wat is er gebeurd met het afval uit opwerking?

Tijdens de periode 2000-2007 werden 387 containers (van 500 kg) hoogactief verglaasd afval uit de opwerking van in Belgische centrales gebruikte splijtstof gerepatrieerd van La Hague naar België. Deze containers worden vandaag opgeslagen “in silo’s” in een specifiek gebouw op de site van Belgoprocess in Dessel. De terugkeer van hoogactief verglaasd afval is beëindigd.
Tussen 2010 en 2013 werden 431 containers (van 700 kg) van gecompacteerd middelactief afval met een lange levensduur teruggebracht naar België. Het betreft metaalelementen afkomstig van het versnijden van splijtstofelementen. De terugkeer is beëindigd en al het afval van dit type wordt opgeslagen in een andere installatie van Belgoprocess.
Er moeten nog enkele tientallen containers met middelactief verglaasd afval terugkeren naar Belgoprocess in Dessel.

Waarom werd de opwerking stopgezet?

In 1993 besliste de toenmalige Belgische regering tot een moratorium op de opwerking van gebruikte splijtstof uit de reactoren van Doel en Tihange. Dit moratorium kwam er zodat de Regering kon beslissen welke de meest efficiënte optie was voor het beheer van gebruikte splijtstof. SYNATOM en de NIRAS wachten op een duidelijke koersbepaling door de autoriteiten.

Hoe staan de andere Europese landen tegenover opwerking?

Het communautair kader dat werd vastgelegd door een Euratomrichtlijn in 2011 bepaalt dat elk land van de Europese Unie verantwoordelijk is voor het beheer van zijn radioactief afval en gebruikte splijtstof. Deze richtlijn bepaalt verder dat afval uit opwerking definitief moet worden opgeslagen in het land waar het geproduceerd werd.
De helft van de landen van de Europese Unie bezitten kernreactoren op hun grondgebied. Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland bij voorbeeld werken gebruikte splijtstof op.
Andere landen, zoals Finland en Zweden, opteerden voor niet-opwerking.

Heeft de evolutie van het Belgisch energiebeleid een invloed op de activiteiten van SYNATOM?

Elke beslissing die een impact heeft op de werkingsduur van een Belgische kernreactor heeft een impact op alle activiteiten van SYNATOM.
Laat ons het voorbeeld nemen van een verlenging van de werkingsduur van een reactor.
SYNATOM zal in de eerste plaats zijn contracten voor bevoorrading, conversie en verrijking moeten aanpassen op de lange termijn. Gevolgen dus op de drie stadia van de bovenfase splijtstofcyclus.
In de benedenfase van de cyclus zal zij haar planningen voor de terbeschikkingstelling van infrastructuren of uitrustingen moeten bijstellen (opslagcontainers bv.).
Bij de opbouw van de voorzieningen voor zowel de ontmanteling als het beheer van gebruikte splijtstof, zal eveneens met deze evolutie moeten rekening gehouden worden. Hetzelfde geldt voor de repartitiebijdrage.

Hoe kan men er zeker van zijn dat de voorzieningen voor zowel de ontmanteling als het beheer van afval toereikend zullen zijn?

Met de wet van 2003 werd in België een Commissie voor nucleaire voorzieningen opgericht. Deze beschikt over een advies- en controlebevoegdheid op het bestaan, de toereikendheid en de beschikbaarheid van de voorzieningen.
De Commissie controleert ondermeer:

  • de gegevens die de kernprovisievennootschap SYNATOM haar ter beschikking stelt over de toereikendheid van de voorzieningen;
  • de correcte toepassing van de methodes voor de aanleg van de voorzieningen;
  • de voorwaarden waaraan fondsen worden geleend of financiële investeringen worden gerealiseerd.